Hoe bereken je het vtlb als iemand een partner met inkomen uit zzp-werkzaamheden heeft?
In dit artikel gaan we nader in op de berekening van het vtlb van een schuldenaar met een partner die inkomen uit zzp-werkzaamheden heeft. In dit artikel is niet de vraag hoe je het inkomen van die partner berekent - dat blijft lastig - maar wel hoe je omgaat met een eenmaal vastgesteld zzp-inkomen van de partner.
Hier blijken wat haken en ogen aan te zitten, zo bleek uit een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Noord-Holland.
In maart 2025 heeft rechtbank Noord-Holland een verhelderende uitspraak (ECLI:NL:RBNHO:2025:2434) gedaan over de berekening van de beslagvrije voet. Het betrof hier een schuldenaar van wie de partner een inkomen uit zzp-werkzaamheden heeft. De vraag in deze zaak was onder meer of het zzp-inkomen van die partner meetelt bij de berekening van de beslagvrije voet van de schuldenaar.
De rechtbank komt tot het oordeel dat een zzp-inkomen (fiscaal) van de partner wél moet worden meegenomen bij de berekening van de hoogte van de beslagvrije voet. Maar vervolgens kan (het niet-beslagen deel van) het netto geschatte zzp-inkomen niet in mindering gebracht worden op de beslagvrije voet.
Hoe zit dit?
We bekijken dit aan de hand van een voorbeeld. Jan en Ellen wonen samen. Jan heeft een fiscaal maandinkomen van € 3.500 uit dienstverband. Ellen heeft een wisselend inkomen maar gemiddeld heeft zij een geschat fiscaal en netto maandinkomen van € 1.500 uit zzp-werkzaamheden. Opmerking: Dat zal natuurlijk vaak verschillend zijn.
Op het salaris van Jan wordt beslag gelegd vanwege een forse achterstand op een lening die hij jaren geleden alleen heeft afgesloten. De beslagvrije voet wordt dan berekend over het belastbaar inkomen van beide partners. In artikel 475ab lid 1 Rv staat beschreven welke inkomsten hieronder vallen, dat is onder meer het zzp-inkomen van Ellen. Gezien de hoogte van het belastbaar gezinsinkomen (meer dan € 57.000 per jaar) wordt de beslagvrije voet vastgesteld op € 2.739. Dat is het maximale bedrag voor een paar zonder kinderen. Is het jaarinkomen minder dan € 57.000 per jaar dan berekent de beslagvrije voet tool wat de beslagvrije voet dan is.
Vervolgens moet de beslagvrije voet voor Jan verminderd worden met de niet-beslagen netto-inkomsten van Ellen. Welke inkomsten dat zijn wordt bepaald door artikel 475c lid 1 Rv. In deze limitatieve opsomming staan niet de zzp-inkomsten. Met andere woorden, de beslagvrije voet van Jan wordt niet verlaagd en blijft € 2.739. Voor een juiste uitvoering van bovenstaande regels moet de beslaglegger dan wel handmatig het netto-inkomen van de partner als nihil invoeren.
Hoe werkt dit in de Vtlb-berekening?
Jan heeft meerdere schulden en meldt zich bij de schuldhulpverlening. Ellen heeft geen schulden en doet daarom geen aanvraag. Ze is wel bereid een overzicht te geven van haar zzp-inkomsten.
Wat moet er dan ingevuld worden in de vtlb-calculator? In dat geval moeten bij Ellen de fiscale inkomsten uit zzp-werkzaamheden in categorie 3 ingevoerd worden. De netto-inkomsten moeten worden ingevuld in categorie 5 in het veld ‘overig’. De inkomsten in deze categorie tellen niet mee voor de berekening van de beslagvrije voet. Maar de inkomsten tellen wel mee voor het besteedbaar inkomen. De calculator vereist wel dat er naast het fiscaal inkomen ook altijd een netto-inkomen in groep 3 wordt ingevoerd. Om de berekening te laten werken vul je daar € 0,01 in.
Uit de vtlb-uitdraai blijkt dan dat de beslagvrije voet van Jan € 2.739 is en dat de beslagvrije voet van Ellen nihil is. Dit kan in een andere casus uiteraard anders uitpakken, maar de beslagvrije voet van schuldenaar 1 (in dit geval Jan) kan nooit hoger zijn dan 95% van het netto-inkomen inclusief vakantiegeld van de schuldenaar.
Nominale correcties
Vervolgens staan in de vtlb-uitdraai de uitkomsten van de nominale correcties. Zoals bekend worden de gezamenlijke correcties verdeeld naar rato van de beslagvrije voet.
De gezamenlijke correcties zijn:
- 1. de correctie individuele lasten,
- 2a. de woonlasten boven de beslagvrije voet,
- 2b. correctie PGL
- 2c. kosten kinderopvang,
- 2d. de studiekosten en
- 2e. de gezamenlijke overige correcties
Dat betekent dat deze correcties volledig aan Jan worden toegewezen, want de beslagvrije voet van Ellen is nihil. Is dat wel reëel? In werkelijkheid heeft Ellen ook inkomen en kan zij bijdragen in de betaling van deze gezamenlijke lasten.
Oftewel: welke gezamenlijke correcties worden wel opgevoerd en welke niet? Hier is maatwerk vereist. Hoe?
Stap 1: Bekijk of de correctie individuele lasten een positief bedrag of een negatief bedrag is.
1A - Bij een positief bedrag van de correctie van de individuele lasten vink je alle gezamenlijke correcties uit (1 en indien van toepassing 2a t/m 2e). De correctie individuele lasten vink je uit door de correcties op de beslagvrije voet op het tabblad uitgaven uit te vinken.
1B - Bij een negatief bedrag vink je de correcties op de beslagvrije voet niet uit. De overige gezamenlijke correcties (2a tot en met 2e) vink je wel uit. Het negatieve bedrag wordt dan verrekend met het positieve bedrag van de persoonlijke correcties.
Stap 2: De persoonlijke correcties van Jan vink je niet uit. Persoonlijke correcties zijn onder andere de arbeidstoeslag, de correctie voor het eigen risico ziektekosten en de reiskosten.
Per saldo zal het vtlb van Jan bestaan uit de berekende beslagvrije voet plus zijn persoonlijke correcties, voor zover niet verrekend als stap 1B van toepassing is. Het besteedbaar inkomen van Jan en Ellen bestaat uit het vtlb van Jan plus het netto-inkomen van Ellen.
In voorkomende gevallen kan blijken dat het inkomen van de partner te laag is om het wegvallen van de gezamenlijke correcties op te vangen. Is niet te verwachten dat het inkomen van de partner zal stijgen, dan kunnen met een goede onderbouwing de gezamenlijke correcties alsnog aangevinkt worden.
Herberekenen na afloop kalenderjaar
Overigens moet in dit dossier, maar ook in alle dossiers met een zzp-inkomen, het vtlb herberekend worden na afloop van het kalenderjaar. Dan pas is het fiscaal inkomen van de zzp-werkzaamheden definitief vastgesteld. Om deze reden is dan in een minnelijk traject alleen een schuldbemiddeling mogelijk, geen saneringskrediet
Lastig? Ja, zeker, dit vraagt om extra aandacht. Deze situatie zal naar verwachting niet zo vaak voorkomen. Om deze reden wordt dit punt niet opgenomen in het vtlb-rapport. Wel wordt deze uitleg opgenomen in de handleiding bij het berekenen van het vtlb. Met vragen over vtlb-berekeningen kunt u altijd contact opnemen met onze helpdesk.