VoVo niet bedoeld om executieveiling woning te schorsen
In deze korte uitspraak wijst rechtbank Den Haag het verzoek een voorlopige voorziening te treffen teneinde de aangezegde executieveiling van een woning te schorsen, af.
Verzoekers hebben een substantiële achterstand in hun betalingen aan de hypotheekhouder. Laatstgenoemde heeft daarom de executieveiling in gang gezet. Dat recht komt haar onder die omstandigheid als separatist toe, niet alleen buiten een situatie van insolventie, maar ook – op basis van art. 57 Fw in combinatie met art. 299 Fw – tijdens de WSNP.
Een eventuele toepassing van de WSNP op verzoekers maakt de situatie derhalve niet anders. Om die reden ziet de rechtbank geen aanleiding om in afwachting van de gevraagde beslissing tot toepassing van de WSNP een voorlopige voorziening te treffen.
De rechtbank weigert dan ook de gevraagde voorlopige voorziening. Die voorlopige voorziening is kort gezegd niet bedoeld om een executieveiling van de eigen woning te voorkomen.
Organisatie
- Rechtbank Den Haag
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Dwangmiddelen
- jurisprudentie
- Koopwoning
- Rechtspraak
- Voorlopige voorziening (287 lid 4 Fw)
Gerelateerd
Beschikking op grond van artikel 287b lid 1 van de Faillissementswet: het verzoek om een voorlopige voorziening uit te spreken waarbij ontruiming van de woning van verzoekster voor zes maanden wordt verboden, wordt door rechtbank Den Haag afgewezen.
Bij beschikking van 21 maart 2024 wijst de rechtbank het verzoek tot ontslag van de Wsnp-bewindvoerder af. Bij de beoordeling van een verzoek daartoe heeft de rechtbank een ruime beoordelingsvrijheid, al blijft die gerelateerd aan de wettelijke ...
De rechtbank wijst een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw voor de duur van drie maanden toe; een langere termijn dan één maand wordt gegund omdat de rechtbank het voorzienbaar acht dat verzoeker meer tijd nodig zal hebben om het ...