Afwijzing Wsnp - gerechtshoven
Hier vindt u een verzameling uitspraken van de gerechtshoven, waarbij het Wsnp-verzoek in eerste instantie werd afgewezen. De gerechtshoven beslissen vervolgens over het daartegen ingestelde hoger beroep.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 9 september 2025
In hoger beroep wordt het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De schuldenlast bestaat voor het grootste deel uit inkomstenbelasting- en zorgverzekeringswetschulden die verband houden met de door verzoeker gedreven onderneming en waarbij de belastingdienst diverse belastingaanslagen heeft opgelegd met een vergrijpboete. Deze schulden zijn naar hun aard niet te goeder trouw ontstaan. Verzoeker heeft met ingekomen geld de curator betaald om een procedure in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen. Daarmee heeft hij zijn eigen belang laten prevaleren boven dat van de crediteuren. Ook bestaat er onduidelijkheid over leningen en onduidelijkheid over de overwaarde van de echtelijke woning na scheiding. Niet te goeder trouw dus en evenmin ziet het hof aanleiding om de hardheidsclausule toe te passen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 9 september 2025
Ook in deze zaak wordt het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Naast een aanzienlijk aantal zakelijke schulden hebben verzoekers onder meer schulden aan het CJIB voor verkeersboetes, aan de Nederlandse Arbeidsinspectie en aan de NVWA. Over al deze schulden wordt geen uitleg gegeven: boetes zijn naar hun aard niet te goeder trouw en evenmin is aannemelijk gemaakt dat hiervan moet worden afgeweken. Verder ziet het hof geen aanleiding om de hardheidsclausule toe te passen. De onderneming, waar een groot deel van de schulden uit voortvloeit, is weliswaar gestaakt maar de rechtbank ziet bij verzoeker een onverminderde drive naar ondernemerschap. Daarbij is er geen goede samenwerking met de schuldhulpverlening en geen stabiele controle van de schuldenproblematiek.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 5 juni 2025
Verzoekster staat onder curatele. Curator heeft verzoek toelating Wsnp gedaan, maar dat verzoek is door de rechtbank afgewezen. Volgens de rechtbank is het niet voldoende aannemelijk dat verzoekster de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. Zij is in hoger beroep gegaan, maar hof bekrachtigt het vonnis.
Het hof ziet 3 obstakels: 1) het beroepschrift is niet ingediend door de curator, (2) er is geen sprake van enig minnelijk traject en (3) de communicatie met appellante zónder tolk. Naast het feit dat vanwege punt 1 en 2 verzoekster niet-ontvankelijk is, komt het hof tot de conclusie dat niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat de verplichtingen zullen worden nagekomen. Nu het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in hoger beroep niet voldoet aan de twee formele vereisten en daarnaast dient te worden afgewezen op de c-grond, komt het hof niet toe aan (beoordeling van) de b-grond en de hardheidsclausule.
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Gerechtshof
- Rechtspraak
Gerelateerd
Hier vindt u een verzameling arresten van de gerechtshoven, waarbij zij oordelen over het hoger beroep tegen de vaststelling van de (eerdere) ingangsdatum van de Wsnp.
Het hof bepaalt dat door het voorafgaande faillissement de Wsnp geen eerder aanvangsmoment kan krijgen, maar wel kan worden verkort.
In dit hoger beroep gaat het om de vraag of óók nadat in een voorafgaand faillissement is afgedragen conform het vastgestelde Vtlb, de Wsnp een eerdere ingangsdatum kan krijgen.