Rechtbank Den Haag
Verzamelde uitspraken van rechtbank Den Haag betreffende de toewijzing van een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord.
Rechtbank Den Haag, 9 september 2025
In deze zaak is een saneringsakkoord aangeboden en om dat mogelijk te maken heeft verzoeker een BBZ-krediet weten te verkrijgen. Verzoeker werkt (meer dan) fulltime en spant zich hiermee maximaal in. Dat de vordering van verweerster niet te goeder trouw is ontstaan, betekent niet dat het dwangakkoord niet kan worden toegewezen. Wel kan het gewicht toekennen aan de weigering van verweerster.
De vordering van verweerster bedraagt met 48,78% een aanzienlijk deel van de totale schuldenlast. Dat brengt aan de ene kant mee dat niet snel kan worden geoordeeld dat het onredelijk is dat verweerster heeft geweigerd met de schuldregeling in te stemmen. Tegelijk kent de wet niet een bijzondere positie toe aan schuldeisers die een groot deel van de schuldenlast vertegenwoordigen. De rechtbank kan dus het dwangakkoord ook toewijzen wanneer de weigerende schuldeiser een groot deel van de schuldenlast vertegenwoordigt. In dit geval is van belang dat de meerderheid van de schuldeisers (namelijk vijf van de zes schuldeisers), die samen ruim 51% van de totale schuldenlast vertegenwoordigen, wél met de aangeboden regeling hebben ingestemd.
In deze zaak is verzoeker strafrechtelijk veroordeeld. Dat betekent dat hij is gestraft voor zijn handelen en dat de kwestie hiermee is afgedaan. Het belang van verzoeker en de belangen van de schuldeisers die wél hebben ingestemd met de aangeboden schuldregeling wegen in dit geval (nog steeds) zwaarder dan het belang van verweerster. Het verzoek wordt dan ook toegewezen.
Documentsoort
- Rechtspraak
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Dwangakkoord (287a Fw)
- Dwangmiddelen
- Rechtbank
- rechtbank Den Haag
- Rechtspraak
Gerelateerd
Verzamelde uitspraken van rechtbank Den Haag waarin de rechtbank het verzoek om oplegging van een dwangakkoord afwijst.
De rechtbank wijst het verzoek om oplegging van een dwangakkoord af. De weigering door de schuldeiser is niet onredelijk, aldus de rechtbank.
De rechtbank wijst een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord af.