Gerechtshoven - toelating met eerdere ingangsdatum
Hier vindt u een verzameling arresten van de gerechtshoven, waarbij zij oordelen over het hoger beroep tegen de vaststelling van de (eerdere) ingangsdatum van de Wsnp.
Gerechtshof Den Haag, 4 september 2025
De rechtbank had bij de toelating tot de Wsnp geen eerdere ingangsdatum bepaald, kort gezegd, omdat appellante gedurende het minnelijk voortraject niet fulltime heeft gewerkt en niet heeft gesolliciteerd naar fulltime werk, waardoor niet voldaan is aan de inspanningsverplichting.
Het hof oordeelt – na een uitgebreide samenvatting van het kerstarrest – dat uit het kerstarrest niet volgt dat iemand, om in aanmerking te komen voor een vervroegde ingangsdatum, tijdens het minnelijke traject volledig moet hebben voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting. De uitspraak biedt uitdrukkelijk de mogelijkheid om in zo’n geval saldering toe te passen of op een andere wijze te bepalen hoeveel eerder de termijn van de schuldsaneringsregeling kan ingaan dan het moment waarop de rechter de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitspreekt, aldus het hof. En dat salderen gebeurt dan ook; uiteindelijk komt hof op eerdere ingangsdatum van 9 juli 2024 (dat is een jaar eerder dan de rechtbank).
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Gerechtshof
- Rechtspraak
Gerelateerd
Hier vindt u een verzameling uitspraken van de gerechtshoven, waarbij het Wsnp-verzoek in eerste instantie werd afgewezen. De gerechtshoven beslissen vervolgens over het daartegen ingestelde hoger beroep.
Het hof bepaalt dat door het voorafgaande faillissement de Wsnp geen eerder aanvangsmoment kan krijgen, maar wel kan worden verkort.
In dit hoger beroep gaat het om de vraag of óók nadat in een voorafgaand faillissement is afgedragen conform het vastgestelde Vtlb, de Wsnp een eerdere ingangsdatum kan krijgen.