Rechtbank Rotterdam - toelating Wsnp met eerdere ingangsdatum
Hier vindt u een verzameling uitspraken van rechtbank Rotterdam, waarbij het Wsnp-verzoek wordt toegewezen en de rechtbank aanleiding ziet om een eerdere ingangsdatum te bepalen. Die eerdere ingangsdatum kan conform het verzoek zijn, maar soms ook daarvan afwijken.
De datum die hierboven vermeld staat is de datum waarop deze kenniskaart voor het laatst is bijgewerkt.
Rechtbank Rotterdam, 24 september 2025
Toewijzing verzoek toelating Wsnp met een eerdere ingangsdatum van meer dan 18 maanden voor datum vonnis. Schuldenaar heeft in het schuldhulpverlenerstraject geen afloscapaciteit gehad maar wel nog 61 euro gespaard. Aan afdrachtverplichting voldaan. Ook aan inspanningsverplichting is voldaan: hij had ontheffing van de sollicitatieverplichting.
Over de eerdere ingangsdatum overweegt de rechtbank allereerst:
“De rechtbank komt dus tot de conclusie dat een eerdere ingangsdatum kan worden bepaald. De ingangsdatum zou – gelet op het onderhavige verzoek – in beginsel worden vastgesteld op 29 augustus 2023, zijnde de dag waarop de eerste aflossing in de zin van art. 349a lid 1 Fw is gedaan. De schuldsaneringsregeling duurt volgens artikel 349a Fw echter – in beginsel – achttien maanden. Het voorgaande betekent dat de schuldsaneringsregeling niet eerder dan achttien maanden voor datum vonnis kan ingaan. Verder dient de boedel gefixeerd te worden zodat de looptijd niet eerder kan eindigen dan de dag na die waarop dit vonnis wordt gewezen. De rechtbank zal daarom de ingangsdatum vaststellen op 25 maart 2024. Dat is achttien maanden voor deze fixeringsdatum.”
En vervolgens bepaalt de rechtbank niet een verlenging van 6 maanden voor de afwikkeling, maar overweegt de rechtbank als volgt:
“De looptijd van de regeling van de heer [verzoeker] is dus achttien maanden eerder ingegaan voor de fixeringsdatum. De looptijd van de regeling verstrijkt op 25 september 2025. Verder geldt dat de bewindvoerder nu pas kan starten met zijn taken. Hierdoor is het van belang dat de heer [verzoeker] ook na de fixeringsdatum verplicht blijft om mee te werken aan de afwikkeling. Hij is ook verplicht om daarvoor informatie aan de bewindvoerder aan te leveren. Tot de boedel behorende goederen moeten nog worden afgedragen. Na de materiële looptijd geldt er geen inspanningsverplichting (art. 288 Fw) en ook geen verplichting om inkomsten boven het vtlb af te dragen (art. 295 Fw).”
En in het dictum doet de rechtbank het volgende:
- einddatum van de schuldsaneringsregeling wordt vastgesteld op 25 september 2025;
- rechtbank bepaalt dat er na de einddatum een medewerkingsplicht en een informatieplicht geldt tot het verbindend worden van de slotuitdelingslijst;
- rechtbank stelt een datum vast voor de verificatievergadering;
- rechtbank draagt de bwv op om uiterlijk binnen 5 maanden na datum vonnis eindverslag uit te brengen.
Rechtbank Rotterdam, 24 september 2025
Verzoeker heeft gedeeltelijk voldaan aan afdrachtverplichting. Rechtbank gaat over tot saldering. Aan inspanningsverplichting is voldaan. Eerdere ingangsdatum 13 maanden voor vonnis. Niets overwogen over een verlenging met 1 maand o.i.d. (of iets dergelijks), in het dictum stelt rechtbank de einddatum vast op 24 februari 2026 en een datum voor de verificatievergadering.
Organisatie
- Rechtbank Rotterdam
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Rechtbank
- Rechtspraak
Gerelateerd
Verzamelde uitspraken van rechtbank Den Haag betreffende de toewijzing van een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord.
Verzamelde uitspraken van rechtbank Den Haag waarin de rechtbank het verzoek om oplegging van een dwangakkoord afwijst.
Verzamelde uitspraken van rechtbank Oost-Brabant waarbij het Wsnp-verzoek werd afgewezen vanwege het feit dat het minnelijk traject niet of niet goed is uitgevoerd.