Advies AG aan Hoge Raad: ook na omzetting van faillissement in Wsnp kan een eerdere ingangsdatum worden bepaald

Prejudiciële vragen

Sinds 1 juli 2023 is in art. 349a lid 1 Fw geregeld dat de termijn van de schuldsaneringsregeling anderhalf jaar bedraagt en dat deze termijn ook kan aanvangen op het moment van de eerste aflossing in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling.

In deze prejudiciële procedure wordt kort gezegd gevraagd of ook de schuldenaar van wie het faillissement op grond van art. 15b Fw is omgezet in de wettelijke schuldsaneringsregeling, zich kan beroepen op de mogelijkheid van een eerdere aanvang van de Wsnp-termijn. Dezelfde vraag wordt gesteld ten aanzien van de schuldenaar van wie het faillissement op grond van art. 16 Fw is opgeheven, waarna de schuldenaar op enig moment toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling verzoekt.

Bevestigend antwoord

Volgens de AG moeten beide vragen bevestigend worden beantwoord. De hoogte van het boedelsaldo of de hoogte van de totale schuldenlast is daarbij niet van belang. Wat resteert van het boedelsaldo na aftrek van het salaris van de curator is evenmin van belang. Wel is uiteraard vereist dat de mogelijkheid van een schuldeisersakkoord is onderzocht. Ook moet de schuldenaar voorafgaand aan de omzetting hebben voldaan aan zijn inspanningsplicht, vergelijkbaar met de inspanningsplicht die geldt tijdens de schuldsaneringsregeling.

Arrest afwachten

In haar conclusie legt de AG uitgebreid uit hoe zij tot dit advies is gekomen. In de kenniskaart 'Advies AG aan Hoge Raad' vatten wij de conclusie in grote lijnen samen. Of de Hoge Raad vervolgens de conclusie van de AG daadwerkelijk volgt zullen we moeten afwachten.

Verder lezen?

Meer details over de conclusie van de AG leest u in onze kenniskaart:

Advies AG aan Hoge Raad

De volledige conclusie vindt u hier:

Conclusie AG 19 november 2025