Wet onverplichte tegemoetkoming onterechte afwijzing buitengerechtelijke schuldregeling
Op 1 juli 2025 is de Wet onverplichte tegemoetkoming onterechte afwijzing buitengerechtelijke schuldregeling in werking getreden. In dit artikel leest u meer over de wet en de tegemoetkoming die mensen in specifieke gevallen kunnen ontvangen.
Achtergrond
Jaarlijks ontvangt de belastingdienst, volgens hun eigen gegevens, circa 26.000 verzoeken om mee te werken aan een buitengerechtelijke schuldregeling. In de Leidraad Invordering 2008 is uitgewerkt hoe de belastingdienst Msnp-verzoeken behandelt. Net als alle andere betrokken schuldeisers kan de belastingdienst een Msnp-verzoek honoreren of afwijzen.
Uit onderzoek is gebleken dat de belastingdienst in de periode 2012 tot en met maart 2021 Msnp-verzoeken heeft afgewezen, waarvan de afwijzing achteraf bezien onjuist is geweest. Het gaat om geautomatiseerde afwijzingen enkel op grond vanwege een schuldbedrag boven een bepaald normbedrag, een O/GS-kwalificatie (opzet of grove schuld), een fraude-indicatie of een registratie in de FSV. Daardoor is voor deze burgers de mogelijkheid tot het realiseren van een schuldenvrije start onterecht en onnodig aanzienlijk beperkt. Deze wet regelt een tegemoetkoming ter erkenning van de onterechte behandeling door de belastingdienst.
Zelf aanvragen niet nodig
Elke burger die in de periode van 1 januari 2014 tot maart 2021 een onterechte afwijzing heeft gehad krijgt een forfaitaire tegemoetkoming van € 500,-. Daarnaast zag het kabinet ruimte en aanleiding om het tegemoetkomingsbeleid ook te laten bestaan uit andere tegemoetkomingsonderdelen waarbij een individuele benadering wordt toegepast. Denk daarbij aan kwijtschelding van openstaande belasting- en toeslagschulden of terugbetaling van betaalde en/of verrekende belastingen en toeslagen.
Burgers hoeven niet zelf een verzoek te doen om in aanmerking te komen voor de forfaitaire tegemoetkoming: de belastingdienst weet immers van welke burgers het Msnp-verzoek onterecht is afgewezen. De belastingdienst zal de forfaitaire tegemoetkoming ambtshalve toekennen en waar nodig de burger actief informeren, actief doorverwijzen en zoveel mogelijk ontlasten.
Dit kan anders zijn voor echtgenoten en geregistreerd partners (artikel 6) en nabestaanden (artikel 7) van burgers die in aanmerking komen voor de tegemoetkoming: de belastingdienst heeft daar niet in alle situaties zicht op. Deze categorieën hebben in beginsel twaalf maanden de tijd om een aanvraag bij de belastingdienst in te dienen (artikel 9).
Voor een uitgebreide toelichting op en achtergrond van het wetsvoorstel verwijzen we u naar de Memorie van Toelichting op de website van de Eerste Kamer.
Tegemoetkoming valt in de boedel
Afhankelijk van wat er in het verleden mis is gegaan ontvangt de burger van de belastingdienst onder andere genoemde forfaitaire tegemoetkoming van € 500,-. Uitbetaling vindt plaats zodra de hoogte ervan berekend is en bij beschikking is toegekend. Wat nu als de uitbetaling plaatsvindt gedurende een lopend Msnp- of Wsnp-traject?
De forfaitaire tegemoetkoming valt dan op grond van artikel 295 Fw in de boedel. De burger kan in een dergelijke situatie niet zelf een bestemming voor de te ontvangen forfaitaire tegemoetkoming kiezen. De forfaitaire tegemoetkoming kan, nu de aanspraak erop ontstaat gedurende het Msnp- of Wsnp-traject, niet zonder meer buiten de boedel worden gehouden. Voor burgers voor wie na inwerkingtreding van het wetsvoorstel een Msnp- of Wsnp-traject start, geldt hetzelfde: de tegemoetkoming valt in de boedel en moet in beginsel worden afgedragen.
Geen pasklare oplossing
De forfaitaire tegemoetkoming zou buiten de boedel gehouden kunnen worden als hiervoor wordt voorzien in een wettelijke uitzondering. Vooralsnog is besloten, zo is te lezen in de Memorie van Toelichting, om in te zetten op minder ingrijpende alternatieven om de tegemoetkoming buiten de boedel te houden. Die alternatieven lijken echter géén pasklare oplossing, waarmee de tegemoetkoming gegarandeerd buiten de boedel blijft, te bieden:
- Verzoek aan alle schuldeisers om in te stemmen met het voorstel de tegemoetkoming niet tot de boedel te laten behoren (extra werk, onzeker of schuldeisers instemmen);
- Belastingdienst stelt bij een algeheel akkoord het bedrag, gelijk aan de resterende afloscapaciteit inclusief de tegemoetkoming, beschikbaar (ook onzeker, alsnog moeten de schuldeisers daarmee instemmen);
- In een lopend Wsnp-traject zullen alle schuldeisers moeten instemmen met een crediteurenakkoord (zie punt 2). Schuldeisers zijn niet verplicht om daarmee in te stemmen. Wederom extra werk, onzeker of schuldeisers instemmen én uiteindelijk is het aan de rechtbank om het akkoord al dan niet te homologeren.
Beperkt aantal lopende trajecten
Hoewel de belastingdienst heeft ingeschat dat van in totaal circa 6.600 burgers een Msnp-verzoek ten onrechte is afgewezen, is de inschatting dat bij inwerkingtreding van de wet er daarvan slechts ongeveer 100 in een lopend Msnp- of Wsnp-traject zitten. Mocht u ermee te maken krijgen en twijfelt u over de aanpak, neem dan contact op met onze helpdesk. We denken graag met u mee.