Dwangakkoord afgewezen omdat weigerende schuldeiser ook een borgsteller heeft
De rechtbank wijst het verzoek om oplegging van een dwangakkoord af. De weigering door de schuldeiser is niet onredelijk, aldus de rechtbank.
Voor de verstrekte lening is namelijk een borg gesteld. Deze borgstelling vervalt, op grond van artikel 6:160 lid 1 BW, als de schuldeiser (verweerster in deze zaak) instemt met het akkoord. Het belang van verzoekster wordt door de weigering niet onredelijk geschaad, aldus de rechtbank, omdat zij op basis van het akkoord 3 jaar moet afdragen en indien zij wordt toegelaten tot het wettelijk schuldsaneringstraject maar 18 maanden.
Meer achtergrondinformatie over het dwangakkoord:
De buitengerechtelijke schuldregeling - Het akkoord R 2011-8 (pdf, 266 kB)
Organisatie
- Rechtbank Den Haag
Documentsoort
- kenniskaart zonder uitspraak
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Dwangakkoord (287a Fw)
- Dwangmiddelen
- Rechtbank
- Rechtspraak
- Regres
Gerelateerd
De rechtbank wijst een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord af.
Rechtbank Overijssel past dwangakkoord (art. 287a Fw) toe en dwingt CJIB akkoord te gaan met schuldregeling uitgevoerd door Wsnp-bewindvoerder. Wsnp-bewindvoerders mogen op grond van wet en jurisprudentie een schuldregeling aanbieden. ...
ING stemt als enige schuldeiser niet in met een aangeboden schuldregeling. Naar het oordeel van de rechtbank wekt ING de indruk dat niet-NVVK-leden meer en niet-noodzakelijke gegevens moeten aanleveren, voordat een voorstel in behandeling wordt ...