Gerechtshof bekrachtigt weigering toelating Wsnp
Gerechtshof bekrachtigt weigering toelating Wsnp. Onvoldoende bewijs voor goeder trouw zoals in artikel 288 lid 1 aanhef en sub b Fw staat beschreven. Informatieplicht geschonden en schuldenaar is niet ontvankelijk.
Verzameling uitspraken waarin het gerechtshof de afwijzing van het toelatingsverzoek bekrachtigt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24 juni 2025
Rechtbank Overijssel heeft het Wsnp-verzoek van de schuldenaar afgewezen. Daartegen heeft de schuldenaar tijdig hoger beroep ingesteld.
Niet te goeder trouw
Naar het oordeel van de rechtbank is schuldenaar niet te goeder trouw geweest ten aanzien van het onbetaald laten van zijn schulden in de afgelopen drie jaar. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat hij de door hem ontvangen letselschadevergoedingen niet (deels) heeft aangewend om zijn schulden te betalen terwijl dat naar het oordeel van de rechtbank wel van hem verwacht had mogen worden. Bovendien had schuldenaar naar het oordeel van de rechtbank uit zichzelf moeten melden dat er sprake is geweest van letselschadevergoedingen van in totaal € 75.000,-.
Het is aan de schuldenaar om aannemelijk te maken dat hij ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden in de drie jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is geweest. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag of hij de ontvangen letselschade-uitkeringen had moeten gebruiken om zijn schulden te voldoen, maar ook om de vraag of er in de drie jaar voor het indienen van zijn verzoek nog andere schulden zijn ontstaan en welke inspanningen hij heeft verricht om (een deel van) zijn schulden te voldoen.
Nieuwe schulden, niet opgenomen in het verzoek
Uit de stukken en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling volgt dat in de afgelopen drie jaar een aantal nieuwe schulden is ontstaan. Deze schulden zijn niet (volledig) opgenomen in het schuldenoverzicht dat is overgelegd bij het Wsnp-verzoek. Er zijn diverse verkeersboetes en belastingschulden. Verder blijkt uit overlegde bankafschriften dat hij in 2024 aanzienlijke bedragen heeft besteed aan diverse goksites en dat hij op regelmatige basis geld heeft geleend van zijn ouders. Uit deze omstandigheden volgt naar het oordeel van het hof dat schuldenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de voorgaande drie jaar te goeder trouw is geweest bij het aangaan en onbetaald laten van zijn schulden.
Verder maakt het hof uit de antwoorden die schuldenaar gaf tijdens de mondelinge behandeling op dat hij geen goed beeld heeft van zijn schulden, zijn inkomsten en zijn uitgaven. Daarmee heeft hij niet voldoende aannemelijk gemaakt dat hij de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen. Het hoger beroep faalt.
Inschakelen beschermingsbewindvoerder
Het hof geeft schuldenaar nog in overweging om hulp van bijvoorbeeld een beschermingsbewindvoerder in te roepen om zijn financiële situatie inzichtelijk te maken en onder controle te krijgen en zo op een later moment alsnog te kunnen worden toegelaten tot de Wsnp.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13 april 2023
Er is in deze casus onvoldoende bewijs dat schuldenaar te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van schulden, zoals staat beschreven in art. 288 lid 1 aanhef en sub b Fw. Schuldenaar schond de informatieplicht en onderbouwde zijn verweer onvoldoende. Daardoor is het voor het hof onvoldoende aannemelijk dat de schuldenaar ten aanzien van het ontstaan en/of onbetaald laten van de schulden te goeder trouw is geweest.
Schuldenaar onderbouwt verweer onvoldoende.
Uit overzichten van de belastingdienst blijkt onder andere dat een groot deel van de schulden ontstond in de vijf jaar voor het Wsnp-toelatingsverzoek. Ook is er sprake van gebrek aan bewijs voor de goeder trouw m.b.t. het ontstaan en onbetaald laten van de schulden (art. 288 lid 1 aanhef en sub b) en schond schuldenaar de informatieplicht. Dit ondanks een schuldeiser die herhaaldelijk vroeg om ontbrekende informatie.
Van een groot aantal schulden ontbreekt ook onderbouwing (art. 285 fw). Daarnaast zijn o.a. geen ontstaansdata van de schulden vermeld. Tevens ontbreekt informatie over de gang van zaken rondom verschillende ondernemingen en de daaruit voortvloeiende geldstromen inclusief opbrengsten, waar schuldenaar de vijf jaar vóór indiening van het verzoekschrift bij betrokken is geweest.
Het gerechtshof heeft door dit gebrek aan toelichtende stukken geen enkel inzicht kunnen krijgen in de vraag of de aangegane respectieve financiële verplichtingen rond verschillende ondernemingen, verantwoord waren.
Ook is niet voldoende aannemelijk dat de schuldenaar voorafgaand aan het Wsnp traject een minnelijk traject volgde, zoals beschreven in art. 287a Fw. Schuldenaar heeft namelijk niet aan ál zijn schuldeisers een aanbod gedaan. Zodoende blijkt niet dat schuldenaar actief, oprecht maar vergeefs probeerde met alle schuldeisers tot een schikking te komen.
Beslissing
Na dit alles te hebben overwogen oordeelt het gerechtshof dat de rechtbank terecht en op goede gronden het verzoek van schuldenaar tot toelating tot de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen. Daarom bekrachtigt het gerechtshof het vonnis.
Organisatie
- Rechtspraak
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Goeder trouw
- Informatieplicht
- Rechtspraak
- Toelating (ex )ondernemer
- Verplichtingen Wsnp
- Wsnp-akkoord
Gerelateerd
De rechtbank concludeert dat de schuldenaar reeds voor de toepassing van de Wsnp niet aan de inlichtingenplicht heeft voldaan en de schending hiervan tijdens de Wsnp heeft voortgezet, en beëindigt de Wsnp tussentijds. Ten eerste is kort na ...
Verzamelde uitspraken waarin het verzoek om toelating tot de Wsnp wordt afgewezen, omdat onder andere de goede trouw ten aanzien van het ontstaan en/of onbetaald laten van de schulden ontbreekt.
Volgens de rechtbank is niet komen vast te staan dat schuldenares zich de gehele periode van 3 jaar vóór indiening van het Wsnp-verzoek maximaal heeft ingespannen om de regresvordering van haar ex-partner zo klein mogelijk te houden. Haar de ...