Geen eerdere ingangsdatum Wsnp na omzetting faillissement
De rechtbank oordeelt dat voor het bepalen van een eerdere ingangsdatum van de Wsnp in geval van een omzettingsverzoek op grond van 15b Fw geen ruimte is.
Deze zaak betreft een Wsnp na omzetting van het faillissement (15b Fw). De schuldenaar heeft gedurende het faillissement (juli 2020-augustus 2024) fulltime gewerkt en gespaard. Er is een kleine € 20.000,- vanuit het faillissement voldaan aan de boedelrekening in de Wsnp.
De vraag over hoe moet worden omgegaan met aflossingen die tijdens een aan de Wsnp voorafgaand faillissement hebben plaatsgevonden is niet door de wetgever en ook nog niet door de Hoge Raad beantwoord.
De verschillen tussen een faillissement aan de ene kant en beide schuldsaneringstrajecten (Msnp en Wsnp) aan de andere kant zijn groter dan de verschillen tussen deze twee schuldsaneringstrajecten onderling. Dat maakt naar het oordeel van de rechtbank het doortrekken van de lijn van een eerdere ingangsdatum van de Wsnp, die in de periode van Msnp aanvangt, naar omzettingsverzoeken als bedoeld in artikel 15b Fw (nóg) problematischer.
De rechtbank wijst een verzoek om een eerdere ingangsdatum dan ook af.
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Eerdere ingangsdatum
- Rechtbank
- Rechtspraak
- Termijn Wsnp
Gerelateerd
Uitspraak van 6 maart 2025 waarin de rechtbank bepaalt dat aflossingen in het kader van langlopende betalingsregelingen niet gelijk gesteld kunnen worden aan "aflossen" in de zin van artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw).
In dit hoger beroep gaat het om de vraag of óók nadat in een voorafgaand faillissement is afgedragen conform het vastgestelde Vtlb, de Wsnp een eerdere ingangsdatum kan krijgen.
In september 2024 is het faillissement van appellante omgezet in een Wsnp. Op advies van de Wsnp-bewindvoerder zou het verzoek om een eerdere ingangsdatum niet moeten worden gehonoreerd: bij vonnis van 16 januari 2025 heeft de rechtbank het ...