Toelating Wsnp met eerdere ingangsdatum
Verzameling uitspraken waarbij de Wsnp wordt uitgesproken en een eerdere ingangsdatum wordt bepaald. Deze pagina zal regelmatig worden aangevuld.
Rechtbank Den Haag, 10 april 2025
De rechtbank vult “de eerste aflossing in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling” – en dus de eerste aflossing tijdens het minnelijke traject van schuldhulpverlening – in aan de hand van het moment waarop door de schuldhulpverlener de afloscapaciteit wordt vastgesteld aan de hand van een eerste correcte berekening van het Vrij te laten bedrag (ro. 2.9).
Rechtbank Den Haag, 3 april 2025
Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2024 (zie ro. 2.6) wijst de rechtbank het verzoek om een eerdere ingangsdatum toe. Sinds 1 januari 2025 ligt beslag op het loon van de verzoeker en in elk geval gedurende die periode heeft hij fulltime gewerkt, waardoor hij zich maximaal heeft ingespannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. Op dat moment was al met het schuldregelingstraject begonnen. De rechtbank zal daarom bepalen dat de termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling vanaf die datum (1 januari 2025) begint te lopen.
Rechtbank Noord-Holland, 27 maart 2025
De rechtbank onderzoekt ambtshalve of er aanleiding bestaat om een eerder aanvangsmoment van de termijn van de Wsnp te bepalen. Nu de schuldenaren op 1 oktober 2024 in het minnelijk voortraject hun eerste aflossing hebben gedaan en ook in de maanden daarna maandelijks hebben afgelost, ziet de rechtbank daarin aanleiding om de ingangsdatum van de termijn van de Wsnp te bepalen op 1 oktober 2024. Omdat de schuldenaar echter niet fulltime heeft gewerkt zal de rechtbank de termijn van de Wsnp met drie maanden verlengen om de uren die schuldenaar te weinig heeft gewerkt in het minnelijk traject te compenseren. Zie uitspraak voor de berekening van die te weinig gewerkte uren. Een en ander betekent dat de rechtbank de looptijd van de Wsnp zal bepalen op 21 maanden in plaats van de reguliere 18 maanden, te rekenen vanaf 1 oktober 2024 en eindigend op 1 juli 2026.
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Rechtspraak
- Termijn Wsnp
- Vrij te laten bedrag (vtlb)
Gerelateerd
Het hof bepaalt dat door het voorafgaande faillissement de Wsnp geen eerder aanvangsmoment kan krijgen, maar wel kan worden verkort.
In dit hoger beroep gaat het om de vraag of óók nadat in een voorafgaand faillissement is afgedragen conform het vastgestelde Vtlb, de Wsnp een eerdere ingangsdatum kan krijgen.
Hier vindt u een verzameling uitspraken waarbij verzoeker(s) is (zijn) toegelaten tot de Wsnp, maar de rechtbank geen aanleiding ziet om een eerdere ingangsdatum te bepalen.