Faillissementsverzoek niet langer aangehouden
De rechtbank beslist dat het faillissementsverzoek niet wordt aangehouden om de verweerder in de gelegenheid te stellen een Wsnp-verzoek in te dienen. De verweerder heeft daartoe voldoende mogelijkheden gehad. Verzoekster zou wezenlijk en onevenredig in haar belangen worden geschaad bij aanhouding van het faillissementsverzoek.
Faillissementsrekest aanhouden?
De verweerder verkeert, aldus de rechtbank, in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. In beginsel dient dan ook het faillissement te worden uitgesproken. Indien verweerder een tijdig Wsnp-verzoek doet, moet de behandeling van het faillissementsverzoek worden geschorst, op grond van artikel 3 Fw jo. artikel 3a Fw. Er moet dan eerst worden beslist op het Wsnp-verzoek. In deze zaak is het minnelijk traject nog niet opgestart en er is evenmin zicht op dat daarvan binnenkort wel sprake zou kunnen zijn. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende mogelijkheden gehad om tijdig een Wsnp-verzoek in te dienen. De rechtbank houdt het verzoek tot faillietverklaring dan ook niet aan om verweerder de tijd te gunnen alsnog een Wsnp-verzoek in te dienen.
Belangen verzoekster geschaad
De rechtbank overweegt daarbij dat verzoekster, die een beroep wenst te doen op de loongarantieregeling, wezenlijk en onevenredig in haar belangen zou worden geschaad bij aanhouding van het faillissementsverzoek.
Omzettingsverzoek
Verder tekent de rechtbank hierbij aan dat bij een eventueel door verweerder in te dienen omzettingsverzoek op grond van artikel 15b Fw, rekening zal worden gehouden met het feit dat verweerder zich al wel heeft gemeld voor schuldhulpverlening. Aan verweerder kan in beginsel niet worden toegerekend dat hij uiteindelijk niet tijdig een Wsnp-verzoek heeft ingediend. Dit laat onverlet dat de ontvankelijkheid alsmede toewijsbaarheid van dat verzoek alsdan nog inhoudelijk zullen worden beoordeeld.
Organisatie
- Rechtbank Rotterdam
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Omzetting faillissement naar Wsnp
- Rechtspraak
- Schuldhulpverlening (Msnp)
- Toelating (ex )ondernemer
Gerelateerd
In dit hoger beroep gaat het om de vraag of óók nadat in een voorafgaand faillissement is afgedragen conform het vastgestelde Vtlb, de Wsnp een eerdere ingangsdatum kan krijgen.
In september 2024 is het faillissement van appellante omgezet in een Wsnp. Op advies van de Wsnp-bewindvoerder zou het verzoek om een eerdere ingangsdatum niet moeten worden gehonoreerd: bij vonnis van 16 januari 2025 heeft de rechtbank het ...
Het hof bepaalt dat door het voorafgaande faillissement de Wsnp geen eerder aanvangsmoment kan krijgen, maar wel kan worden verkort.