Ontslag curator Fw: schrappen van benoemingslijst is onvoldoende ontslaggrond

Rechtbank ontslaat curator Fw

Rechtbank Gelderland verwijderde een curatorenkantoor van de benoemingslijst omdat er geen tweede curator aan zijn kantoor verbonden is, conform de landelijke Recofa-richtlijnen. Vervolgens ontslaat de rechtbank de curator in drie faillissementen met als enige reden:

‘De curator is recent geschrapt van de curatorenlijst. Daarom dient hij als curator in dit faillissement te worden ontslagen en moet een opvolgend curator worden benoemd.’

Curator gaat in cassatie

De Procureur Generaal concludeert dat dit een onvoldoende gerechtvaardigde reden is voor ontslag, en dat de rechtbank voorbijgegaan is aan het beginsel van hoor en wederhoor o.g.v. art. 73 lid 1 fw. En o.g.v. art. 65 Fw moet ook de rechter-commissaris worden gehoord. Schending van dit voorschrift brengt mee dat de ontslagbeschikking bloot staat aan vernietiging in cassatie. (Het horen van de gefailleerde is niet voorgeschreven; dit is aan het beleid van de rechtbank overgelaten.) Zie ECLI:NL:PHR:2024:860 ro. 4.18 en 4.19.

In navolging hiervan vernietigt de Hoge Raad de beschikkingen van de rechtbank Gelderland en wijst terug naar deze rechtbank ter verdere behandeling en beslissing, zie ECLI:NL:HR:2024:1382.

Opmerking Advocaat-Generaal

De Advocaat-Generaal merkt nog het volgende op:

Plaatsing op de curatorenlijst (is) geen wettelijk vereiste om aangesteld te worden als curator. De plaatsing op de curatorenlijst is slechts een administratieve beslissing, die geen recht geeft op de aanstelling als curator in een concreet faillissement. Het omgekeerde zou daarom ook niet moeten gelden.

Wsnp-bewindvoerders

Art. 319 Fw bepaalt het ontslag van Wsnp-bewindvoerders, en is nagenoeg gelijkluidend aan art. 73 lid 1 fw. Deze uitspraak geld daarom hoogstwaarschijnlijk evenzo voor de Wsnp (Titel III).