Resultaten verversen automatisch bij selectie
In dit artikel is een overzicht opgenomen van uitspraken waarin door de betreffende instantie het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de Wsnp is afgewezen.
Gerechtshof Den Haag stelde in december 2023 prejudiciële vragen over een aantal nieuwe bepalingen in de Faillissementswet met betrekking tot de Wsnp. De advocaat-generaal (AG) bracht op 22 mei jl. advies uit over de uitleg van deze nieuwe ...
Beschikking op grond van artikel 287b lid 1 van de Faillissementswet: het verzoek om een voorlopige voorziening uit te spreken waarbij ontruiming van de woning van verzoekster voor zes maanden wordt verboden, wordt door rechtbank Den Haag afgewezen.
Bij beschikking van 21 maart 2024 wijst de rechtbank het verzoek tot ontslag van de Wsnp-bewindvoerder af. Bij de beoordeling van een verzoek daartoe heeft de rechtbank een ruime beoordelingsvrijheid, al blijft die gerelateerd aan de wettelijke ...
Verzoeker heeft in de periode 2015-2018 de Wsnp met succes doorlopen. Er is echter sprake van een niet-saneerbare vordering, die in het eerste traject ook al bekend was. Een tweede schuldsaneringstraject zal dan ook niet leiden tot sanering van ...
De rechtbank wijst het verzoek om toelating tot de Wsnp af, vanwege het ontbreken van de goede trouw. Ook een beroep op de hardheidsclausule mislukt. De rechtbank geeft verzoekster mee dat zij, gelet op de zware verplichtingen die de Wsnp met ...
Twee uitspraken van rechtbank Noord-Nederland waarin het verzoek tot een voorlopige voorziening wordt afgewezen. In beide gevallen was geen sprake van een acute noodsituatie.
Een overzicht van diverse bronnen met informatie over toelating tot de Wsnp, zoals het landelijk procesreglement insolventiezaken, de verzoekschriften en de Recofa richtlijnen.
Op 8 november 2023 is appellant tot de Wsnp toegelaten en heeft de rechtbank de termijn van de Wsnp op 18 maanden bepaald. Appellant is het met dat laatste niet eens en verzoekt het hof om de ingangsdatum van de Wsnp alsnog te bepalen op de ...
Aan de start van de Wsnp, vóórdat de schuldenaar beschikt over het eerste vtlb, behoudt de schuldenaar in beginsel een deel van zijn financiële middelen, om daarmee in de kosten van levensonderhoud en vaste lasten te kunnen voorzien.