Strafrechtelijke veroordeling gokverslaafde Wsnp-bewindvoerder
Een strafrechtelijke uitspraak waarin de verdachte Wsnp-bewindvoerder wordt veroordeeld omdat hij gelden van de boedelrekeningen, die hij onder zijn beheer had, heeft opgenomen om zijn gokverslaving te financieren.
De Wsnp-bewindvoerder waar het in deze uitspraak om gaat wordt verdacht van verduistering en gewoontewitwassen (hierna: de tenlastegelegde feiten). Hij heeft veel, en grote, bedragen van 78 boedelrekeningen die hij onder zijn beheer had overgemaakt naar zijn eigen rekeningen. Hij heeft deze bedragen uitgegeven aan kansspelen.
Door de verdachte Wsnp-bewindvoerder is geen verweer gevoerd tegen bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. Wel heeft de verdediging nog aangevoerd dat het berekende tenlastegelegde bedrag onjuist is, omdat de verdachte Wsnp-bewindvoerder nog aanspraak kan maken op vergoeding vanwege overdracht van de zaken. De rechtbank maakt daar korte metten mee. Verdachte is op staande voet ontslagen in alle schuldsaneringszaken waarin hij Wsnp-bewindvoerder was. Hij heeft verder geen bemoeienis gehad met de overdracht van die zaken, zodat hem geen vergoeding daarvoor toekomt.
De rechtbank acht de tenlastegelegde feiten bewezen. De tenlastegelegde feiten zijn strafbaar als misdrijf. Omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten, is de verdachte Wsnp-bewindvoerder strafbaar voor wat bewezen is verklaard.
Aan de Wsnp-bewindvoerder wordt een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden opgelegd, waarvan 9 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van 3 jaar. Verder wordt hij voor de duur van 5 jaar ontzet uit het beroep van Wsnp-bewindvoerder. De rechtbank bepaalt tot slot dat de veroordeelde Wsnp-bewindvoerder aan een aantal benadeelden schadevergoeding moet betalen.
Organisatie
- Rechtbank Rotterdam
Documentsoort
- Uitspraken en jurisprudentie
Trefwoorden
- Rechtspraak
Gerelateerd
Beschikking op grond van artikel 287b lid 1 van de Faillissementswet: het verzoek om een voorlopige voorziening uit te spreken waarbij ontruiming van de woning van verzoekster voor zes maanden wordt verboden, wordt door rechtbank Den Haag afgewezen.
Bij beschikking van 21 maart 2024 wijst de rechtbank het verzoek tot ontslag van de Wsnp-bewindvoerder af. Bij de beoordeling van een verzoek daartoe heeft de rechtbank een ruime beoordelingsvrijheid, al blijft die gerelateerd aan de wettelijke ...
Verzoeker heeft in de periode 2015-2018 de Wsnp met succes doorlopen. Er is echter sprake van een niet-saneerbare vordering, die in het eerste traject ook al bekend was. Een tweede schuldsaneringstraject zal dan ook niet leiden tot sanering van ...